vrijdag 25 januari 2013

Elk huis heeft zijn eigen kruis.

In de bergen, Het is er, het tot tranen toe bijna bewogene, even als je ogen een spoor volgen, langs een helling dalen en dalen en uitkomen in een gehucht, verlaten. Die roerloosheid. Al zo ver weg dat je niet meer weet of de stenen tegen de bergen nog schapen zijn, een langzaam omhoog rollende lawine of al stenen, dat je niet weet wat blijft. Als je ziet wat er overblijft, je volgt een vogel, hoe hij zweeft, even dwarrelt, valt, klapwiekt, weer wind vindt en stijgt, stijgt, zelfs het punt in de lucht niet waardoor hij verdween. De gedachte aan het volmaakt open einde, dat iets ophoudt nog voor dat het eindigt, verdwijnt voor het weg is, ligt voor het ligt, die is er. Rutger Kopland.