Het gele huis van Van Gogh bijvoorbeeld naast Rode wingerd van Munch.
Deze karakteristieke werken maken duidelijk waartoe beide schilders in staat zijn. Van Gogh houdt vast aan de zichtbare werkelijkheid waarop hij de academische regels van de kunst loslaat, in dit geval vooral de projectie van het driedimensionale Place Lamartine in Arles op een plat vlak. Je ziet hem worstelen met de juiste weergave van het perspectief, waardoor de huizen wankelen. Ook de details zijn nogal houterig: het zonnescherm met het balkon erboven, de mensen die op straat lopen en aan tafel op het terras zitten. En wat zijn die rare dingen op straat? Kuilen of hopen zand? Aandoenlijk. Zeker! En daardoor ook aantrekkelijk. En geslaagd is de contrasterende kleurstelling van geel en blauw.
De villa van Munch staat steviger, al is het hem om het tegenovergestelde te doen figuurlijk gesproken. De rode wingerd zet het huis immers in vuur en vlam. Om details bekommert hij zich niet. Munch wil niet definiëren maar suggereren. Het hoofd van de man met holle ogen onderaan het beeld – met dank aan de fotografie – maakt van Rode wingerd een mentaal landschap.
Munch is een zinnelijke existentialist, Van Gogh een cerebrale naturalist. Munch laat met ogenschijnlijke gemak zijn lijnen slingeren, Van Gogh ploegt aan een patroon van naast elkaar liggende streepjes kleur. Voor de reputatie en de mythe van Van Gogh had het museum deze ontmoeting beter niet kunnen organiseren. Munchs talent is genereuzer. Hij geeft ons meer om naar te kijken en in te bijten. ( bron Vrij Nederland)
|
Oh ! wat leuke fotos , ik was in Amsterdam , vele jaren geleden, in het VanGogh museum. Het was een schone trip !Het beste voor 2016 en altijd nieuws van Nederland. a.u.b. ! Liefs
BeantwoordenVerwijderen