Afgelopen weekend hadden wij een kersenplukborrel met de Nederlandse club.
Was heel gezellig bij Jose en Jean-Pierre, iedereen had een eigen gerecht meegenomen, zodat er een heerlijk buffet was. Jammer genoeg waren de kersen nog lang niet allemaal rijp. Ik had graag wat kersen meegenomen naar huis om de volgende dag een clafoutis te maken om deze mee te nemen naar een etentje van zeer goede Franse vrienden, die wij hebben leren kennen tijdens ons eerste verblijf in Frankrijk. Gelukkig is op zondagochtend de groente en fruitwinkel open zodat ik alsnog een Clafoutis kon maken. Heerlijk zijn de kersen hier en wat prachtig zien ze er uit!
Van de vijftig kersensoorten die in Frankrijk worden geteeld, trouwens er bestaan meer dan 500 soorten, worden er vijftien geproduceerd in het gebied Languedoc-Roussillon, waarvan de Burlat de grootste oogst heeft. Andere soorten kersen zijn bijvoorbeeld de Bigarreau Rouge, Bigarreau Noir, Moreau, Coralise, Garnet, Brooks en de Stark Hardy Géante. Het zuidoosten en de Rhone-Alpen zijn de grootste kersen gebieden van Frankrijk.
Bigarreau kende ik wel als gekonfijte kersjes, ze zien er een beetje onnatuurlijke, bijna chemisch uit omdat ze zijn bijgekleurd.
Een niet te versmaden recept mijn Clafoutis aux cerises:
100 gr bloem
80 gr suiker
halve liter melk
5 eieren
2 zakjes vanille suiker
750 gr kersen
snuf je zout
Meng bloem, suiker, vanille suiker, zout, voeg al roerend 5 eieren toe, daarna de melk erbij mengen. Leg de kersen ( niet ontpitten, dat hoort niet !) in een ingeboterde schaal. Plaats in een warme oven op 220 graden 40 minuten lang. Na het bakken bestrooien met suiker.
