zee
Als ik loop langs het strand
moet ik altijd dicht bij de zee zijn
ik loop dan heel aan het randje
en zij streelt mijn voeten
zij betast ze, of ze mijn blinde moeder is
de zee was groot
ze was vol witte koppen vanmorgen
want het waaide hard
overal danste het schuim
de golven waren boos en trots
ze sprongen als valse wolven
en toonden hun witte tanden
maar ik was rustig en stond hoog in de wind
ik stond als een oude koning
als ik zie over zee ben ik sterk en machtig
en mijn tanden staan vast op elkaar
het arme schuim is bang en wit
en het ligt almaar te bibberen aan het strand
daar heeft de zee het gebracht
nu kan het niet verder en ligt te sterven
het wil altijd nog hoger het strand op
daar zou het gauwer sterven
J.C. van Schagen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten